De aanwezigheid van asbest in de grond, een vorm van bodemverontreiniging, vereist zorgvuldige aandacht vanwege de mogelijke gezondheidsrisico’s en milieuschade. Deze handleiding biedt een grondig overzicht van de criteria voor het identificeren van asbestverontreiniging, de wettelijke normen voor asbestconcentraties, en de beste praktijken voor het omgaan met en saneren van asbesthoudende grond.

Identificatie van bodemverontreiniging met asbest

Bodemverontreiniging met asbest wordt vastgesteld wanneer asbesthoudende materialen in de bodem worden aangetroffen. Veelvoorkomende bronnen zijn aanvul- of ophooglagen die puin bevatten, inclusief asbesthoudend sloopafval. Volgens het Materialendecreet worden bodems met meer dan 25% bodemvreemde stenen als afval beschouwd, en de verwijdering ervan valt onder afvalverwijdering, niet onder bodemsanering.

Asbestconcentratie en normen

Het Vlarema specificeert een maximale asbestconcentratie van 100 mg/kg droge stof (ds) voor bouwstoffen. Bodem met een gewogen asbestconcentratie van maximaal 100 mg/kg ds wordt niet als asbesthoudend beschouwd. Voor bodem met een hogere asbestconcentratie is hergebruik niet toegestaan zonder voorafgaande reiniging.

Omgaan met asbesthoudende grond

Reinigingsprocedures en grondverzet

De OVAM en de sector hebben een beslisboom ontwikkeld om te bepalen wanneer reiniging van asbesthoudende grond of puin voorkeur heeft boven storten. De grondverzetsregeling biedt richtlijnen voor het beheer van uitgegraven bodem, inclusief transport en hergebruik, met een traceerbaarheidssysteem om de herkomst van bodem te verifiëren.

Bodemonderzoek en saneringskosten

Bij aanwezigheid van asbest in de bodem kan een beschrijvend bodemonderzoek vereist zijn, uitgevoerd door een erkend bodemsaneringsdeskundige. De saneringsplichtige is verantwoordelijk voor zowel het onderzoek als de sanering, die vaak bestaat uit het ontgraven van de verontreinigde grond onder deskundige begeleiding.

Reinigen versus storten

Niet elke asbestverontreiniging vereist storten; vaak kunnen partijen grond na reiniging hergebruikt worden. Reinigbare partijen die toch gestort worden, zijn onderhevig aan milieuheffingen, terwijl niet-reinigbare partijen met hogere asbestconcentraties onder het nultarief voor milieuheffing vallen.

Specifieke gevallen van asbestverontreiniging

Asbestproductieafval

De aanpak van asbestproductieafval, zoals asbestcementdraailingen, vereist speciale aandacht. De OVAM onderneemt acties om homogene lagen van asbestproductieafval te verwijderen op haar kosten, met name in gebieden rond voormalige asbestverwerkende bedrijven.

Conclusie

Een grondige aanpak en naleving van de regelgeving zijn cruciaal bij het beheren van asbest in de grond. Door samen te werken met erkende instanties en de voorgeschreven procedures te volgen, kunnen risico’s geminimaliseerd worden en draagt men bij aan een veiligere en schonere omgeving.