Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) stelt Eternit, de voormalige asbestproducent uit Kapelle-op-den-Bos, formeel in gebreke. De deal die de vorige regering in 2014 met het bedrijf sloot om asbestafval in ons land te verwijderen, is volgens Demir ruimschoots onvoldoende. “De kosten lopen veel hoger op dan de afkoopsom”, zegt ze.
Wat voorafging
Het Belgische bedrijf Eternit produceerde jarenlang asbestcement, een bouwstof die werd verwerkt in onder meer golfplaten, leien, vlakke platen en buizen. Asbest was destijds enorm populair omdat het materiaal sterk, brandwerend en goedkoop was. Echter, asbestvezels die vrijkomen en ingeademd worden, kunnen longziektes en kanker veroorzaken. Eternit was hiervan decennialang op de hoogte.
Afgelopen december nog oordeelde de rechtbank van Brussel dat het bedrijf opzettelijk zijn asbestproductie voortzette, terwijl het wist dat een deel van zijn werknemers, hun gezinnen en omwonenden van de fabrieken getroffen konden worden. Sinds 1998 is het verboden om asbest te produceren, te gebruiken of te hergebruiken.
In 2014 sloot Eternit een deal met de toenmalige minister van Omgeving, Joke Schauvliege (CD&V), en de OVAM om tot 2030 4,8 miljoen euro te betalen. Het akkoord omvatte een proefproject voor 19 gemeenten en stelde dat het bedrag voldoende moest zijn om asbestafval in heel Vlaanderen op te ruimen. De overeenkomst bevatte ook een afstand van verhaal ten aanzien van de Vlaamse overheid.
Deze overeenkomst is voor Demir al langer een doorn in het oog. Volgens een raming van OVAM is Eternit verantwoordelijk voor 65 procent van de asbestcement die in Vlaanderen werd geproduceerd en gebruikt. De afkoopsom van 4,8 miljoen euro is volgens Demir veel te weinig om Vlaanderen asbestveilig te maken; sindsdien heeft de Vlaamse overheid al 169 miljoen euro uitgegeven aan asbestverwijdering.
Nieuwe juridische stappen
“Het zou fundamenteel oneerlijk zijn om deze kosten zonder pardon op de belastingbetaler af te wentelen. Het is tijd dat het bedrijf zijn verantwoordelijkheid neemt voor zijn historische vervuiling en de gevolgen ervan,” zegt Demir.
Dankzij de recentelijke veroordeling van de rechtbank in Brussel heeft Demir een juridische optie gevonden om Eternit tot betalen te dwingen. “Het is onmogelijk om schuldig verzuim af te kopen via een dading.” Daarnaast is de deal uit 2014 “onduidelijk op sommige vlakken en beperkt in reikwijdte, waardoor een juridische aansprakelijkheid van Eternit wel degelijk nog aan de orde is”.
Demir heeft inmiddels een formele ingebrekestelling gestuurd naar Eternit, zijn rechtsopvolgers en naar individuele bestuurders. Ook het Amerikaanse bedrijf Johns Manville, dat gelinkt wordt aan de vroegere asbestproducent JM Balmat uit Mol, kreeg een aangetekend schrijven. Ze eist de betaling van een “aanzienlijk structureel bedrag per jaar tot 2040” om asbestafval uit Vlaanderen te verwijderen. Hoeveel geld er precies wordt geëist, wil ze niet prijsgeven. “Dat houden we achter de hand voor tijdens de onderhandelingen.” Eternit krijgt 30 dagen de tijd om te reageren.
“Elk jaar nemen meer dan 300 gezinnen in ons land afscheid van een dierbare die het leven laat als rechtstreeks gevolg van asbestdeeltjes. Dat is bijna elke dag iemand. Het is iets om bij stil te staan, maar nog meer is het iets om naar te handelen. Als minister zit je tijdelijk in een positie die je macht geeft. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik de kans zou laten liggen om die macht te gebruiken om Eternit tot de orde te roepen,” besluit Demir.
Reactie van Eternit
Eternit zegt in een eerste reactie verbaasd te zijn over “deze plotse demarche” van minister Demir. Het bedrijf laat voorlopig in het midden of het bereid is om meer te betalen voor de opruiming van asbestafval. “In het verleden is een schikking getroffen. Aangezien asbest in veel industrieën en toepassingen werd gebruikt, zijn er solidariteitsmechanismen ingevoerd waaraan Eternit volledig voldoet”, klinkt het. De producent wil graag een gesprek met Demir om haar standpunt te begrijpen.