Thomas Vanderveken, die zelf zijn vader verloor aan asbestkanker, volgt met belangstelling het asbestproces tegen Eternit. “We onderschatten asbest nog steeds schromelijk. Uit Nederlandse cijfers blijkt dat er meer mensen aan asbest-gerelateerde ziekten sterven dan in het verkeer. En er is nog een hele grote erfenis in ons patrimonium: heel Vlaanderen zit vol asbest“, getuigt hij in “De afspraak.
Proces tegen Eternit
Morgen valt er in het Hof van Beroep een uitspraak in het asbestproces tegen Eternit. Het is een zaak van één familie tegen een asbestgigant, maar wel een symboolzaak voor veel families. Ook voor die van Thomas Vanderveken, die zijn vader verloor aan longvlieskanker, een kanker die je alleen kan krijgen door het inademen van asbest.
“Mijn vader is thuis uitgeteerd”
“Het is een verschrikkelijke ziekte, kanker is dat altijd, maar mijn vader is anderhalf jaar voor zijn overlijden gediagnosticeerd en dan is er geen weg meer terug. Het is een kanker die je niet kan behandelen, dus je zit eigenlijk te wachten op je eigen dood. Mijn vader is thuis uitgeteerd. Hij woog op het einde nog 35 kilo en had overal doorligwonden. Dat zijn vreselijke taferelen, waar je nooit mee te maken wil hebben. En je kan een schuldige aanduiden.”
Moeilijk aanwijsbare schuldigen
Hoewel je een schuldige kan aanwijzen, is dat niet altijd gemakkelijk. “De incubatietijd van longvlieskanker is 40 jaar. Een van de problemen is: het is altijd ver weg. Het is nooit duidelijk wanneer de besmetting precies gebeurd is. Mijn vader heeft een tijdje in Kapelle-op-den-Bos gewoond – de hoofdplaats van de Eternit-bezigheden destijds -, maar evengoed heeft hij in het Flageygebouw gewerkt, dus het kan evengoed daar gebeurd zijn.”
Er zit ook een erfelijke component aan asbestkanker. “Ik ben besmet. Ik ben niet zeker dat ik zal sterven op mijn 67, maar die kans bestaat wel.” Bang wil Vanderveken niet zijn, want “dat haalt toch niets uit.”
Schromelijke onderschatting
Duidelijke cijfers over het aantal asbestdoden in België zijn er niet, maar het verband is overduidelijk. “In Nederland zijn er betere cijfers, waaruit blijkt dat meer mensen aan asbest-gerelateerde ziekten sterven dan in het verkeer. We onderschatten dat schromelijk. Er is nog een hele grote erfenis in ons patrimonium: heel Vlaanderen zit vol asbest.”
We gaan daar volgens Vanderveken nog altijd slordig mee om, hoewel hij het plan van Schauvliege om een asbestcertificaat in te voeren een goede zaak vindt. “Ik heb net een woning gekocht uit 1973 en een plan laten opmaken. En hoewel ik er wel wat mee bezig ben, zat er toch asbest op plaatsen waar ik het niet verwacht had. De raamkozijnen bijvoorbeeld.” Een volgende logische stap voor Vanderveken is het geven van subsidies aan mensen die asbest verwijderen. “En het is logisch dat de historische vervuiler betaalt. Als ik een yoghurtpotje in de pmd-zak steek, blijft hij staan. Dus dan mogen de grote vervuilers hun historische schuld ook mee helpen opruimen.”
“Ik denk dat je op een gegeven moment kunt stellen dat er willens nillens doorgegaan is met de verkoop van asbest. Dan ben je een klootzak he.”